Het is eigenlijk wonderbaarlijk dat in mijn weblog nog geen woord over voetbal is gevallen. In de afgelopen jaren hield de bal mij staande, kostte mij de bal ook mijn gezondheid en geeft de bal mij hoop. Het EK waar alles om oranje draait, is begonnen.
Ik heb zelf vroeger gevoetbald, als keeper. Elke dag draaide om sport nummer 1, voor en na schooltijd. Vele uren bevond ik mij op het trapveldje met vrienden in de buurt. Midden in de week mijmerde ik wie de volgende tegenstander zou zijn op zaterdag. Zondag het eerste, waar ik bij moest zijn, om maandag in de krant het artikel te lezen over die wedstrijd. Het leven draaide om de bal. Het was balen als het weer maandag was.
Nu is het niet anders. Ik schop allang niet meer actief tegen een bal, maar mijn zoon heeft het virus overgenomen als middenvelder. Enkele jaren terug liep mijn zoon ook met een oranje shirt, dat van de plaatselijke trots in Amstenrade, dat hij nu verruilt heeft voor rood-witte kleuren van de sterrendragers in Maastricht. Vraag hem wat hij later wil: prof worden. De droom om bij een BVO (betaald voetbal organisatie ) te spelen is desalniettemin broos. Knap dat je erbij mag horen, maar een prestatie als je mag blijven. De serie op televisie ‘Voetbaldroom’ op NPO spreekt boekdelen, over de grote droom die voor slechts weinigen is weggelegd, van hobby naar volle stadions.
Elke week stappen we meerdere keren in de auto met de bestemming Maastricht. In de afgelopen periode alleen maar trainen; geen wedstrijdspanning van wedstrijden tegen andere BVO’s en de evaluaties. Ga je vooruit? Of mag je vertrekken op het einde van het seizoen? Het leven is nu al behoorlijk aangepast op die bal en passie.
In oranje
Ik keek vanochtend naar een film die ‘In Oranje’ heet. De film kan ik blijven kijken met tranen in mijn ogen. Thomas Acda speelt een vader die extreem begaan is met de voetbalcarrière van zijn zoon Remco. De grote angst en hoop die een vader heeft dat zijn zoon faalt of het haalt, staat centraal. Hij traint hem en is zijn grootste fan. Echter in het begin van de film krijgt de vader een hartstilstand omdat hij zich zo opwindt langs het veld, en sterft.
Zijn talent kan hem ‘in oranje’ brengen, echter de dood van zijn vader als ‘voetbalmaatje’ en blessures leiden hem langs de voetbal afgrond. Toch leeft zijn vader in zijn geest door. Noem het rouwverwerking, noem het de stem die ouders in hun kind nalaten, maar hij ziet zijn vader hem volgen en spreekt met hem, wordt aangemoedigd en op met momenten fors op zijn plek gezet, om het hoogste te halen; de nationale trots.
Ik herken mijzelf in de vader, zoals vele die langs de kant staan de supporteren. Super fanatiek, vaak tegen of net over de grens langs het veld. Daarna in de auto om de wedstrijd ‘dood’ te analyseren, wat er goed ging maar met name ook wat beter kan. Ik ben ook bang, om net als de vader in de film, het niet meer mee te maken. Dat ik mijn zoon niet meer kan bijstaan in de harde voetbalwereld.
TIA
Toen ik in de kliniek voor mijn depressie werd behandeld, miste ik de wedstrijden en trainingen van hem en had ook geen controle over ‘zijn ontwikkelingen’ meer. Hij stond op het puntje om te worden geselecteerd door MVV en Fortuna. Dat was echt afzien en afkicken. Dus vlak nadat ik weer naar huis mocht, stond ik gelijk weer op het veld. Een stuk rustiger, maar nog steeds gedreven. Ik had net zijn kampioenschap gemist en nu trainde hij met een oudere groep mee. Ik weet nog dat ik riep en niet veel later dat onwerkelijke gevoel in mijn lichaam ervaarde en kort daarna alleen nog brabbeltaal kon uitbrengen. Hoe kwetsbaar is het allemaal? Dat bedacht ik toen ik op het ziekenhuis bed lag. Ik mag meer genieten van zijn spel en plezier.
Balans
Alles moet binnen de omgeving van de aankomende topsporter in balans zijn. Hoe ik met zaken om ga is ook van belang op zijn prestaties. Ook bij teleurstellingen – mijn zoon kreeg onlangs te horen dat hij wel mag blijven bij MVV maar een jaar dispensatie gaat voetballen, en dat was toch voor hem op dat moment een teleurstelling– hangt het er van af hoe hij dat weer oppakt.
Overtuigingen, die ik zelf heb meegekregen, gewoonten die ik heb, draag ik onbewust over op mijn kinderen. Van nature ben ik vrij gedreven vanuit de gedachte die ik meekreeg; ‘er is slechts één plek, de eerste plek. Een tweede plek telt niet.’ Ik weet dat deze (perfectionistische) overtuiging ook maar een blik op een waarheid is, maar toch is het als het minder gaat, is het snel gebeurd om het negatief (en keihard) in te kleuren en alles wat jezelf naliet bij jouw kind te eisen. Ik wil als vader hem pijn besparen, maar hij moet ook leren omgaan met teleurstellingen.
Ik realiseer mij ook dat mijn ziekte indirect kan meespelen in zijn leven. Mijn angst, dat mijn hobbelig traject van mijn ziekte in zijn leven door speelt, is sluimerend aanwezig. Ik kijk geïnteresseerd met een schuin oog naar het programma Voetbaldroom waar Svensson, voormalig profvoetballer van Inter Milan, verhaalt over zijn depressie, eenzaamheid in die wereld en uiteindelijk een poging deed om zijn leven te beëindigen. Het is een keiharde en soms eenzame bedoening de weg naar de top. Ik hoop dat mijn menneke het plezier blijft behouden, en zelf meer kan genieten van het moment. Dan komt hij er wel.
Leave a Reply
Uw e-mail wordt vertrouwelijk behandeld