Het is een lange tijd geleden dat ik weer een stuk schrijf. Zo op het einde van het jaar heb ik de energie bij elkaar geraapt om nog wat van mij te laten horen.
Ik schrijf deze weblog over omgaan met depressie, hoe ik er mee omga en hoe anderen dat ervaren, om meer bekendheid te geven over de ‘zwarte hond’. Ik schrijf de doelstelling nog even voor mijzelf op en onderstreep het met meerdere pen streken, ter herinnering om door te gaan en niet op te geven. Soms is de zwarte hond hartstikke groot en verstikt het mij, soms heb ik meer energie en kan ik de woorden gewoon intikken zonder enige moeite. Zoals Toon Hermans ooit zei: ‘Als het geluk op je af komt dan moet je ermee dansen.’
Als de cursor knippert bedenk ik dat het doel helder moet zijn voor mijzelf en de lezer. Het regelmatige knipperen van de cursor geeft aan de ene kant vrijheid; zelf bepalen wat ik schrijf en weer kan doorhalen. Anderzijds onrust, zo van, komt er nog wat van! Zet eens wat zinnigs op papier! In de tussentijd danst Bep gestaag door mijn huiskamer en bezoekt automatisch elke donkere plek met zorg. Bep? Ja, zo heet de robot die over onze leistenen vloer schoonmaakt en willekeurig pirouettes draait. Een verademing zo’n stofzuiger; één van de dingen waarvan ik spijt heb dat ik die ik niet eerder heb aangeschaft. Mijn witte, harige hond, die eindeloos- ja eindeloos- lijkt te verharen op onze zwarte vloer, denkt daar anders over. Althans, als je haar non-verbale houding observeert, hoe ze de nieuwe bewoner van de roedel in de gaten houdt. Voorheen was twee keer per dag zuigen geen uitzondering. Nu neemt Bep (zo heet ze echt;) veel werk uit handen. Maar meer dan dat; ze confronteert me indirect wat ik zelf zou moeten doen.
Bep redder in nood
Bep is voor mij multifunctioneel en werkt als een reflecterende spiegel. Ze draait automatisch haar programma, en keert zelfstandig weer terug als de accu bijna leeg is, naar het basisstation om weer op te laden. Nou, bijna dan. Het enige wat ik moet doen is als ze vastloopt op een wat hoger liggend tapijt, is een zetje geven in de ‘goede’ richting, en tijdig haar bakje legen met hondenharen en ander vuil.
Diep in gedachten als ze haar ronde doet, denk ik terug hoeveel ‘stof en vuilnis’ ik niet heb opgezogen binnen de zorg. Letterlijk kamers opruimen onder de faeces, maar ook figuurlijk alle ellende aangehoord, om daar vervolgens weer naar te handelen om mensen weer op weg te helpen. Dag (en nacht) in en uit.
Bep geeft aan als de batterij bijna leeg is, tijd om te gaan opladen! Ze is daar nog een beetje onhandig in, en daarin herken ik mijzelf. Het radiografische signaal kan soms als ze in een of andere uithoek, onder de bank of in de gang door ploetert niet worden opgevangen door het basisstation. Een beetje radeloos draait ze dan wat om haar as en gaat over op de ’trial and error’ methode, oftewel doe maar wat.
Hersengolven
Het was in de afgelopen maanden alleszins behalve rustig- zeker in mijn hoofd leek het een onstuimige zee van prikkels, waar de golven uiteen beukten tegen mijn hersenpan. Er is een hoop veranderd. Therapie gestopt, medicatie gestart, echter dat ging allemaal niet vanzelf. Vriendschappen beëindigd, proberen vrijwilligerswerk te doen, lichamelijke beperkingen volgden elkaar in een rap tempo op, en deed mij kopje onder gaan in die golven. De buitenwereld, mede door de afstandelijkheid van het coronagebeuren, moest ik buiten zien te houden. Maandenlang wachten op een psychiater, nog steeds enorme wachtlijsten in de zorg, eindigde in een mineur. Medicatie slikken is voor mij een item, waar ik zelf niet snel naar zou grijpen, zeker gezien de vervelende bijwerkingen die ik om mij heen zag bij cliënten in de psychiatrie. Echter de wanhoop, van letterlijk bedolven raken en te stikken in de overweldigende golven, deed mij besluiten om toch maar hulp te zoeken (lees medicatie te nemen).
Bittere Pil
De psychiater had een co-assistent het voorwerk laten doen. Op zich een goed gesprek, waarna de psychiater zijn intrede deed. Welgeteld twee minuten had hij nodig om mede te delen dat hij mij niet kon/wilde helpen- hij had nog zijn mond vol met zijn lunch. Hij beschouwde mij met een rond praatje als een beroepsgenoot, met een ‘depressietje’, waarbij met een ‘pilletje’ de huisarts dit zou kunnen monitoren. Ik hoorde hem zeggen, en hij stond al bij de deur: ‘Ik beëindig dit gesprek’. In twee minuten kortsluiting in mijn hoofd. Waas voor mijn ogen, deuk in de kast op het kantoor. Gedreven door wanhoop, stonden er vier mannen van de bewaking voor mij. Zorg anno 2021. Ben ik er trots op? Nee. Mea culpa van de hulpverlening. Ondanks meerdere overleggen dat ik niet via de huisarts wilde, om mijn moeilijke proces te monitoren, haakte de geestelijke gezondheidszorg af. Waar moet ik dan heen?
De bomen fluisteren
Ik las in de Groene Amsterdammer een bewonderingswaardig stuk van Richard Powers, die in de bossen leeft in de VS en daar zijn hoop uithaalt: ‘Ik heb het gevoel dat we op dit moment met een eco-trauma leven; er is een bijna universeel gevoel van wanhoop en zorgen om onze veiligheid en ons voortbestaan. In plaats van dat de crisis ons activeert, demoraliseert zij ons, zoals een depressie dat doet.’ Een apart artikel dat mij raakte omdat ik in het bos, met momenten mij enigszins gelukkig voel. Voorzichtig de vormen van de bomen, de wind die de weinige bladeren aan de boom doet bewegen, komt er bij weer angst los dat het moment weer verdwijnt, als ik er te hard over na denk. Powers vertelde als een systeem niet goed functioneert (maatschappij/gezondheidszorg), moet je op zoek naar een ander systeem; de natuur zal het wel beter weten, want die is er tegen beter weten in nog steeds.
Uit de kast
In deze tijd kun je het beste uit de kast komen. Ik geef het toe; ik ben een bomenknuffelaar! Normaal ben ik down to earth, geen rare uitspattingen, maar het is een opluchting om de stevige boom vast te pakken, aan te raken, die daar al jaren staat–en als het milieu niet verder achteruitgaat, mij zal overleven. De wijsheid door de jaren heen wordt overgedragen via een ingenieus ondergronds netwerk van mycelium aan de volgende generatie. Ja, in de natuur kom ik enigszins tot rust…en dat is dan ook mijn goede voornemen voor volgend jaar; nog meer de natuur in.
Het jaar is nu bijna voorbij. Er rest mij u bovenal een gezond 2022 toe te wensen. Dat is niet vanzelfsprekend in deze tijd. Ik wens u het allerbeste toe.
Leave a Reply
Uw e-mail wordt vertrouwelijk behandeld