Regelmatig bij het checken van mijn telefoon en computer krijg ik de melding dat er een nieuwe update kan worden gedownload. Vaak gaat het om het verbeteren van stabiliteit, het fixen van problemen om weer smooth door het leven te kunnen scrollen.
Een (computer) apparaat gaat gemiddeld zo’n zeven jaar mee en dan is het tijd voor een nieuw systeem. Zo bleek onze computer ook volledig financieel afgeschreven. (inruil is niet mogelijk, slechts recyclen). Je merkt het aan het systeem dat handelingen ontzettend traag verlopen, het werkgeheugen overbelast raakt en je niet teveel programma’s tegelijkertijd moet starten. Een tijdje lukt je dat, maar dan slaat het geduld vooral om in irritatie.
Een mens is dat een geavanceerde computer? Wist je dat cellen, de hardware, in een mens om de zeven jaar volledig worden vernieuwd? Tenminste, dat gaat rond op het internet, waarin levende cellen worden afgebroken en weer nieuwe cellen daarvoor in de plaats komen.
Stiekem mijmer ik dat het ook een oplossing zou mogen zijn voor mijn software: de psyche, ziel, en gedachten, mijn interne computersysteem. Alle vastgelopen ellende, onnodige ballast overboord gooien, van vriendschappen die zijn gestrand, patronen die je hebt aangeleerd, en die onnuttig zijn, zomaar achter je laten en niet meer updaten, maar gewoon de stekker eruit trekken en een nieuwe computer te kopen.
Ik werd in de laatste weken wel eens wakker met de gedachten, dat alle depressieve shit weg zou zijn. Dat ik weer normaal zou functioneren. Magisch denken, dat je compleet vernieuwd bent duurt even, totdat je lichaam je weer tot de orde van de dag roept. Ik vergelijk het wel eens dat mijn batterij van mijn lichaam niet meer volledig oplaadt. Voor de buitenwereld vaak niet zichtbaar, maar ik start met maximaal 70 procent de dag op; sommige accu-cellen zijn niet meer functioneel. Dan voelt het als ik mijn ogen opendoe dat de accu maar 50 procent aangeeft en na een shot cafeïne weer even opleeft om vervolgens weer energie te lekken. Hoe sla ik me hier doorheen?
Delete
Back to reality,…ik kan niet als een computer worden ingeruild om een frisse start te maken. Ik moet het doen met wat ik heb. Ik kan hoogstens wat rommel opschonen. Een vriendin, die ik al sinds mijn jeugd ken, gaf na een lunch haar visie op mijn depressie aan; ik was de zwakste schakel in het gezin. Uren gesproken, bij het afscheid nemen wenste ze mij sterkte en duurde het even voordat ik verwerkte wat ze had gezegd. Ze voelde mee met mijn gezin en ze moesten toch maar veel opofferen. Het bleef maar draaien in mijn kop, mijn eigen versie van kromme software; mijn gezin heeft last van mij. Maar ook boosheid op de situatie, was ik maar weer de oude. Functioneerde ik maar na behoren.
Ik maakte thuis die gedachten bespreekbaar, een reality check. Deed ik wel genoeg, was ik wel genoeg? Ik realiseerde mij dat de zwarte hond altijd aanwezig zou zijn, en dat deze misschien op sommige dagen wat meer ruimte zou innemen dan op goede dagen (meestal bij erkennen dat ik gewoon een kleinere accu heb). Ik moet het er mee doen. Weer wijzer geworden, met de wetenschap dat veel mensen nog te weinig weten van een depressie.
Ik heb een tijd niet geschreven. De gedachten wat doet het er toe, voor wie of wat schrijf je, de energie of gebrek er aan, maakte het mij onmogelijk. Wilde het zelfs niet meer. Hopelijk maken mijn woorden wat meer duidelijk en geven ze helderheid, al is het maar voor een persoon, die kampt met psychische problemen.
Het enige wat mij rest is de rommel op te ruimen; na een weloverwogen afkoelingsperiode kan de ‘vriendin’ in de prullenbak…weet je zeker dat je deze wilt wissen?
2 Comments
Leave your reply.